The streets of Prague were a fantasia scarcely touched by the twenty-first century—or the twentieth or nineteenth, for that matter. It was a city of alchemists and dreamers, its medieval cobbles once trod by golems, mystics, invading armies. Tall houses glowed goldenrod and carmine and eggshell blue, embellished with Rococo plasterwork and capped in roofs of uniform red. Baroque cupolas were the soft green of antique copper, and Gothic steeples stood ready to impale fallen angels. The wind carried the memory of magic, revolution, violins, and the cobbled lanes meandered like creeks. Thugs wore Motzart wigs and pushed chamber music on street corners, and marionettes hung in windows, making the whole city seem like a theater with unseen puppeteers crouched behind velvet. (bron)
Zo beschrijft Laini Taylor Praag in haar boek ‘Daughter of Smoke & Bone’. En dat is geenszins overdreven! Praag – Praha betekent ‘de drempel’. Je bevindt je in deze stad inderdaad op een drempel. De drempel tussen vroeger en nu, tussen oud en modern, tussen mystiek en het alledaagse. De stad met haar rode daken, gouden torenspitsen, beboste heuvels en prachtige uitzichten nodigt uit tot een uitgebreid bezoek om de mystieke sfeer te proeven. Vele legenden en beroemdheden zijn verbonden aan de stad. Franz Kafka, symbool van de Praags-Joodse cultuur is één van de bekendste. Uit nog veel vroeger eeuwen dateert het verhaal van Rabbi Löw, die er zijn Golem schiep. De wijk is eigenlijk één groot openluchtmuseum, bestaande uit vijf synagogen en de oude joodse begraafplaats, waar in de schaduw van oeroude bomen zo’n 12.000 grafstenen schots en scheef, op, over en door elkaar geplaatst, herinneren aan de vele bekende en onbekende Joden die hier gewoond hebben.
Ironisch genoeg heeft Praag deze enorme kunstverzameling te danken aan Hitler, die aan de Moldau ‘het museum van een uitgestorven ras’ wilde oprichten. De Pinkassynagoge is ingericht als gedenkplaats voor de bijna 80.000 Joden die ten prooi gevallen zijn aan zijn destructieve waanzin. Binnen heerst, ondanks de vele toeristen die er rondlopen, een haast eerbiedige stilte. Hier en daar een groepje mannen met keppeltjes, die de hebreeuwse tekens bestuderen die op elke muur van de synagoge dicht op elkaar getekend zijn. Misschien staat de naam van één van hun voorouders er wel tussen.
Buiten knipper je even met je ogen tegen het felle licht en laat je het kippenvel op je armen door de warme zon verdrijven. Als je je ogen weer opendoet zie je tientallen souvenirstalletjes, tot aan de nok toe gevuld met rabbi’s en golems van hout en steen, houten speelgoed, glinsterend glas, en een heleboel bling-bling. En als je een paar straten verder loopt bevind je je zomaar ineens in de chiqueste winkelstraat van Praag, waar het allemaal echt goud is wat er blinkt!
Niet ver van de Joodse wijk bevindt zich volgens mijn reisgids het mooiste plein van Tsjechië: het Staromestké Namestí. Boven de prachtige gekleurde gebouwen met hun rijk versierde gevels rijzen de torens van de gotische Kerk van Onze-Lieve-Vrouwe Týn boven alles uit. Binnen word je overweldigd door de geur van wierook en de overdaad aan engeltjes en andere barokke figuren en symbolen. Rust en stilte is ver te zoeken in deze kerk, waar de toeristen in drommen in- en uitlopen. Snel naar buiten weer.
Als je je een weg gebaand hebt door de menigte ben je misschien net op tijd om de rondgang van de twaalf apostelen te zien, die elk uur verschijnt in de beroemde astronomische klok. De legende vertelt dat iedereen die aan de klok heeft gewerkt of deze in de loop der jaren heeft gerestaureerd, op mysterieuze wijze aan zijn einde kwam. De maker ervan had de klok vervloekt, nadat zijn opdrachtgevers hem blind hadden gemaakt zodat hij het kunstwerk niet nog een keer voor iemand anders kon maken.
Voortgestuwd over de hobbelige keien door de stroom toeristen, bevinden we ons het volgende moment op de Karelsbrug. In het witte middaglicht worden de zachte pastelkleuren van de huizen aan de over van de Moldau weerspiegeld in het rustig kabbelende water. Het standbeeld op de Karelsbrug steekt grauw af bij deze oogstrelende kleurenpracht. De St. Vitus Kathedraal verheft zich majestueus vanuit de Praagse Burcht. De gele torens van de St. Joris Basiliek steken heel bescheiden nog net boven de muren van het statige Lobkowiczpaleis uit.
Al in het midden van de 12e eeuw lag hier een brug, die de Oude Stad verbond met de Burcht. Nadat deze door een overstroming vernield was liet Karel IV in 1357 een nieuwe bouwen door zijn favoriete architect. Origineel bevond zich op de brug slechts één kruisbeeld, maar de Katholieken hebben dit tussen 1600 – 1800 uitgebreid met 30 standbeelden. Dit zijn tegenwoordig bijna allemaal replica’s. Wil je een beetje genieten van de rust, de sfeer en het uitzicht, dan is het aan te raden om hier ’s morgens vroeg heen te gaan, als de brug nog niet is overgenomen door de vele straathandelaren en kunstenaars, die hun geld verdienen aan de vele toeristen die dagelijks de brug bezoeken. Zij laten zich graag vereeuwigen op het witte doek en, al dan niet via selfies, op hun eigen smartphone.
Eenmaal aan de overkant heb je de keuze om eerst het eiland Kampa te bezoeken. Een groene oase aan de oever van de rivier. Hier vind je schilderachtige straatjes, parken en een aantal musea.
Het is een pittige klim door de smalle straatjes naar de Praagse Burcht, maar er is veel te zien onderweg: kleurrijke gevels, etalages vol kunst en kitsch en genoeg mogelijkheden om even uit te rusten op een van de vele terrasjes en te genieten van een heerlijke Trdelnik, gevuld met ijs.
Boven aangekomen heb je vanaf het plein voor de burcht een adembenemend uitzicht over de stad. Voordat je het burchtterrein mag betreden moet je eerst nog wel langs een security-check, maar eenmaal binnen word je overweldigd door de pracht en praal die hier te zien is. Allereerst betreden we de St. Vituskathedraal.
Onder de hoge gewelven voel je je klein en nietig, terwijl je ondergedompeld wordt in het diffuse licht van de vele gebrandschilderde ramen.
Ook hier weer grote scharen toeristen, die zich verdringen rondom het zilveren reliekaltaar van de heilige Nepomuk.
Buiten gekomen loop je om de kathedraal heen en kom je op een groot plein. Hier bevindt zich de ‘Gouden Poort’. Deze gevel is prachtig versierd met goud en mozaïek en werd door de koningen gebruikt om het gebouw te betreden. Meteen aan de overkant van het plein bevindt zich het koninklijk paleis, waar de prachtige zalen elk hun eigen geschiedenis vertellen. En dan is er nog de St.Jorisbasiliek, het oudste religieuze bouwwerk op het terrein. Het romaanse interieur, voornamelijk bestaande uit roodbruine en gele aardkleuren, mag dan minder rijk en overdadig zijn dan de St.Vituskathedraal, de pure en eenvoudige sfeer is zeker niet minder indrukwekkend.
Een eindje verderop is de toegang tot het beroemde Gouden Straatje, waar alchemisten volgens de overlevering goud probeerden te maken. Ook Franz Kafka heeft korte tijd in deze straat gewoond. De kleine pastelkleurige huisjes herbergen houten speelgoed, poppen en glaswerk, waar Praag beroemd om is.
Om een beetje bij te komen van alle pracht en praal daar boven in die burcht, kun je een wandeling door de paleistuinen maken. Hier kom je heerlijk tot rust tussen het koele groen. Terwijl een frisse wind je warme wangen streelt, worden je oren gestreeld door het geluid van orgel en trompetten, dat weerklinkt vanuit de St. Vituskathedraal, afkomstig van de middagconcerten die hier gegeven worden. Het uitzicht over de stad is ook hier fenomenaal. Weidse wolkenluchten verheffen zich boven de rode daken. De okergele, oranjeroze en roomkleurige muren van de huizen worden nog intenser van kleur door de zon die ze beschijnt. Het blauw van de lucht en het wit van de wolken wordt weerspiegeld in het water van de rivier, die wordt overspannen door de bogen van de vele bruggen die de stad rijk is. In de verte zijn de contouren van moderne kantoorgebouwen zichtbaar.
Nog mooier is het uitzicht vanaf de Petrin uitkijktoren. Deze uitkijktoren is een miniatuurversie van de Eiffeltoren. Als je geen zin hebt om de 327 meter hoge heuvel te beklimmen, kun je hier met een kabeltrammetje naar toe. Op deze mooie beboste heuvel kun je ook nog een spiegellabyrint, rosarium, sterrenwacht en een klein barok kerkje bezoeken. Vervolgens loop je door een park in de richting van het eeuwenoude Strahovklooster. Hier bevindt zich een werkelijk schitterende bibliotheek met prachtige fresco’s.
Leuk om te weten: hier werden opnames gemaakt voor mijn favoriete serie Outlander! Een gedeelte van deze serie speelt zich af in Parijs in de Middeleeuwen. Praag is in de loop der eeuwen gespaard gebleven voor grote natuurrampen en WII ongeschonden doorgekomen. Hierdoor is ook de middeleeuwse sfeer en opzet van de stad bewaard gebleven. Met zijn statige huizen, heuvels en trappen, kan Praag heel goed doorgaan voor middeleeuws Parijs. De stad wordt niet voor niets het Parijs van het oosten genoemd!
Als je genoeg hebt van alle oudheden, kunst en cultuur, kun je in Praag ook prima winkelen. Op het Wenceslasplein, genoemd naar koning Wenceslas (Václav) vind je, naast het Nationaal museum en talloze prachtige gebouwen in jugendstil, ook vele moderne warenhuizen, boekwinkels, restaurants, en fastfoodketens.
Een ander voorbeeld van moderne architectuur is het Dansende Huis. Deze slanke, getailleerde glazen toren vlijt zich elegant tegen haar kaarsrechte buurman. Het stel wordt ook wel liefkozend Fred & Ginger genoemd, naar het legendarische danspaar Fred Astaire en Ginger Rogers. Dit gebouw bevindt zich op een paar straten lopen bij één van de vele bruggen over de Moldau. Langs de kade bevinden zich mooie statige huizen. Aan het eind van de dag worden ze bestraald door de zon en weerspiegelen hun kleuren zich in het water en vormen zo een kleurrijk palet dat gemakkelijk kan doorgaan voor een schilderij van Van Gogh.
Nog veel meer moois heeft Praag te bieden, maar dat moet u als lezer vooral zelf gaan bekijken en ervaren. Ik heb er een paar dagen van geproefd en het smaakt absoluut naar meer! Ik zou overigens wel voor een andere maand/jaargetijde kiezen. In augustus is het enorm druk in de stad en het kan er behoorlijk warm zijn. De herfst of het voorjaar lijken me beter geschikt voor een reisje naar deze mooie stad, ondanks de grotere kans op regen. Want, zoals de schrijfster Mireille Hdb in één van haar boeken schrijft: Prague, c’est beau, même sous la pluie. Les monuments se reflètent dans la Place de la Vieille Ville. La maison qui danse a l’air ivre. (bron)
De meeste foto’s bij dit bericht zijn gemaakt door mijn lieve echtgenoot. Hier kun je meer van zijn werk bekijken.
Krijg er zin in Rineke!!
LikeLike
Wat is dit een fijne blogpost!
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je, leuk om te horen! 😊
LikeLike